Boekpresentatie

Afgelopen weekend vond in het prachtige Plattelandscentrum Paddenbroek in Gooik de boekpresentatie van Du pain, du vin, du vélo plaats. In een gezellig zaaltje met uitzicht op de Parel van het Pajottenland (de bijnaam van Gooik) werd ik geïnterviewd door oud-collega Jean-Marie Binst. Aansluitend was er een kleine receptie.

Veel dank aan de Bibliotheek van Gooik voor de organisatie, aan Jean-Marie voor de intelligente vragen en aan alle aanwezigen voor hun komst en interesse. Het was een mooie dag.

Hierbij nog een paar foto’s van het gebeuren.

Twee cappuccino’s in Sittard

Op het marktplein is een kleine versmarkt, met een boodschappentas slenteren inwoners af en aan naar de kraampjes. We plaatsen onze fietsen tegen het Bevrijdingsmonument, gaan zitten op het terras waar drie vrouwen op leeftijd de stand van het leven opmaken en bestellen twee cappuccino’s. Het is zaterdag 9 oktober, de zon staat hoog en wat ben ik blij dat we in Sittard zijn.

De tocht begon 60 kilometer eerder in Kanne, het eerste Belgische dorpje ten zuiden van Maastricht, waar ik op een non-descripte parking met vriend E. had afgesproken. Hij woont in het Brusselse; we hebben er allebei een lange autorit opzitten. Het was donker en mistig toen ik even voor zessen in Nijmegen vertrok. In de auto luisterde ik naar Slapen kan altijd nog, een radioprogramma waarop mensen inbellen die terugkomen van een nachtje stappen. Goed voor de moraal, dat wel.

In het Jekerdal komt de zon net boven de Sint-Pietersberg uit. Op de Louwberg staan de druivenstokken van de Apostelhoeve er na een frisse nacht monter bij. Op de bedauwde grond hangen de laatste restanten ochtendgrijs. Tijdens het tikken van dit stukje spijt het me dat ik er geen foto van heb genomen.

Twee cappuccino’s en vriend E. in Sittard.

Kennelijk zien vriend E. en ik er erg fit uit. Terwijl we onze banden oppompen, komt de marktkramer van het bloemenkraam informeren of we wel weten dat er veel bergjes in de buurt zijn.

We fietsen het Jekerdal uit, de Maas over. Buiten Maastricht beginnen we aan de Kuitenberg: geen steile klim, wel een lange loper tussen fruitbomen en maïsvelden. Rechts hebben we een mooi uitzicht op Zuid-Limburg, de streek die ik sinds een jaar in mijn hart heb gesloten.

Kort daarna volgt de Brakkenberg, een monster van 600 meter aan meer dan 9 procent klimmen, het is trekken en stoten tot boven. Op dat moment heb ik al gemerkt dat de benen niet goed zijn: op het vlakke vraag ik vriend E. om wat trager te rijden, wat hij gelukkig ook doet.

Nadat we Valkenburg hebben verlaten via de Goudsberg komt het mooiste deel van de route: over glooiende wegen fietsen we tussen velden, weiden, bosjes en een zeldzame dorspkern van Klimmen, naar Schimmert, Nuth, Schinnen, Doenrade en Bingenrade, … Tot vandaag was dit stuk Limburg me onbekend, maar wat is het mooi en fietsvriendelijk, en een stuk rustiger dan in het uiterste zuiden.

Via een klein lusje over de Duitse grens – we doen drie landen aan – komen we aan in Sittard, waar de twee cappuccino’s en een broodje gezond hun werk doen. Onder een stralend zonnetje bespreken we enkele actualiteiten.

De laatste 40 kilometer zijn vlakker. Via Geleen en Beek komen we opnieuw in België, langs de Maas en het Albertkanaal peddelen we naar Kanne. Weer op de parking steekt de bloemenverkoper zijn hand op. Hij is net aan het opkramen en heeft een goede dag gehad.

De onovertroffen abrikozenvlaai van Patisserie Smets.

We wandelen nog even naar Château Neercanne, het zeventiende-eeuwse barokkasteel op de Cannerberg dat me altijd aan de Loire doet denken. Uiteraard kan ik de terugrit niet aanvatten zonder bij de geweldige lokale bakker een abrikozenvlaai aan te schaffen – proefnotitie op aanvraag te verkrijgen. Leve Limburg!

Voor de liefhebbers: we fietsten dit rondje, maar begonnen in Kanne in plaats van in Sittard.

Aanhoudend ochtendgrijs

Met het oog op een mooie tocht in Zuid-Limburg komend weekend installeerde ik gisteravond twee nieuwe buitenbanden op de fiets – voor de liefhebbers / nerds (schrappen wat niet past): het betreft de Grand Prix 4 Seasons van Continental, 23 mm. Altijd een beetje trots als ik zo’n eenvoudig klusje tot een goed einde weet te brengen, ook al zien mijn handen zo zwart als roet.

Om de spieren alvast op spanning te zetten, vertrok ik vanochtend voor een rondje Nijmegen – Doornenburg – Huissen – Arnhem – Driel – Elst – Nijmegen, goed voor 60 kilometer.

Aanhoudend ochtendgrijs 2.0.

Mooi rondje, of dat denk ik alvast, want door de laaghangende mist kreeg ik er niet veel van mee. Ruim veertig kilometer reed ik langs de Waaldijk en de Rijndijk, zonder ook maar één glimp van beide rivieren op te vangen. Bovendien was ik te druk met het schoonvegen van mijn brillenglazen, die door condens om de twee minuten onder water liepen.

Het was vandaag overigens niet alleen du vélo, maar ook du vin: in Elst fietste ik voorbij Wijngaard Keulenhof. Een tip van collega Vince, die er al eens een mooi verhaal over schreef voor De Gelderlander. Vandaag is de wijngaard helaas gesloten, maar ik keer zeker nog eens terug.

Wijngaard Keulenhof, vandaag helaas gesloten

Bijna terug in Nijmegen fiets ik drie scholieren voorbij. ‘Luierbroek’, roept één van hen mij na. Aangezien ik zonder spatbord rijd, heeft inderdaad wat opspattend vocht en modder mijn onderrug en billen bereikt. Fijn om daar aan herinnerd te worden door de assertieve Nederlandse jeugd, maar ik laat het niet aan mijn hart komen en maak me snel uit de voeten.

Herfst, Côtes du Ventoux

Donkere lucht, koelere temperaturen, rukwinden, vallende bladeren… Toen ik donderdagochtend op de fiets stapte, was het meteen duidelijk: de herfst is in het land. Waar ik een maand geleden nog relatief gemakkelijk ritjes van 100 kilometer kon afhaspelen, haalde ik nu met moeite 60 kilometer. Eens mooiweerfietser, altijd mooiweerfietser.

Ook in de keuken (en in de wijnkelder) vraagt de herfst om een andere benadering: vaarwel salades met verse tomaten, sperziebonen en artisjok, het mag allemaal een beetje steviger. Gisteren maakten de vriendin en ik bijvoorbeeld een lekkere lasagna. Tijdens het pruttelen van de groentesaus geurde de woonkamer naar de Provence.

Een wijn uit die buurt leek me daarom geen slecht idee. Mijn oog viel op de Terres de Truffes 2014, een Côtes du Ventoux van Cave Coöperative TerraVentoux, die we enkele jaren geleden in de winkel in Villes-sur-Auzon hebben aangeschaft.

Terres de Truffes 2014 van TerraVentoux

De assemblage van grenache en syrah heeft een sterke link met de koers: de druiven worden geteeld op de flanken van de mythische Mont Ventoux. Ook oud-wielrenner Eric Caritoux, winnaar van de Ronde van Spanje in 1984 en tweemaal kampioen van Frankrijk, schenkt zijn druiven aan deze coöperatieve. Het was een voorrecht om de wijnen destijds ter plekke met hem te kunnen proeven. Meer daarover in een onlangs verschenen boek.

Maar is deze wijn ook lekker? Zeker weten! De wijn oogt donkerrood en heeft een forse neus van rijp fruit (kersen en bramen), aardse tonen en specerijen zoals peper. In de mond is de wijn lekker zacht. De groentelasagna, toch geen licht gerecht, kan deze Terres de Truffes met gemak aan, dankzij een pepertje in de afdronk. Heerlijk hartverwarmend op een herfstige zaterdagavond.

Met Eric Caritoux (links) in de winkel van TerraVentoux.

Inktvis ft rosé

Afgelopen weekend maakte de vriendin een geweldige pasta met krokante inktivs, citroen en chili. Voor wie het gerecht zelf eens wil bereiden: het recept komt uit kookboek Dining In van Alison Roman.

Maar wat daarbij te schenken? Geen eenvoudige vraag: zowel citroen als chili zijn smaken die een wijn al snel gaan overheersen. De hulplijn van wijnforum vinejo leverde gelukkig enkele goede suggesties op, gaande van riesling over pinot gris en chenin blanc tot rosé.

Met die tips in het achterhoofd toog ik naar de kelder. Daar stuitte ik op een geweldige rosé: de Domaine de la Tour du Bon Bandol 2020. In een normaal jaar had deze fles september nooit gehaald, maar gelukkig werd het afgelopen zomer niet te warm.

Tour du Bon Bandol 2020.

De assemblage van mourvèdre, grenache en cinsault was zalmroze van kleur. Een bijzondere en complexe neus gaande van framboos over specerijen tot citroenschil en pompelmoes.

In de mond domineerden in eerste instantie de citrus en pompelmoes, wat een klein droogtrekkend effect opleverde en perfect combineerde met de citroen in het gerecht. Maar de wijn was in de afdronk sappig en rond met een subtiel zoet tintje, in balans met de pittigheid van het gerecht.

Een geweldig aan te raden wijn-spijscombinatie dus.

Boekpresentatie

Op zondagochtend 17 oktober is er een kleine boekvoorstelling van ‘Du pain, du vin, du vélo’ in Gooik, in samenwerking met de lokale bibliotheek. Ter plekke word ik geïnterviewd door oud-collega bij Brussel Deze Week / Bruzz Jean-Marie Binst, met wie ik samen ooit een wijncursus volgde. Meer info via deze link.

De voorstelling is gratis, maar reserveren is verplicht. Dat kan door een mailtje te sturen naar dit mailadres.

Mooie wijngaard ontdekt

In de buurt van woonplaats Nijmegen staan steeds meer druivenstokken. Onder andere wijndomeinen Colonjes, Klein Amerika en De Plack – alle drie gesitueerd in wijndorp Groesbeek – zijn een bezoek waard.

Tijdens een fietstochtje langs de Waal stuitte ik onlangs op mij nog onbekende wijngaarden: ze behoren tot wijndomein Doddendael in Beuningen. In de najaarszon lagen ze er mooi bij, kijk maar.

De wijngaarden van Doddendael

Nog meer goed nieuws: de wijngaard hoort bij een waar Slot, inclusief slotgracht, met o.a. een brasserie waar je de wijnen van het domein kunt degusteren. Met andere woorden: ik kom hier nog op terug.

Voor de liefhebbers: hier een link naar het fietsritje in kwestie.

Cabernet franc uit Bergerac

Op bezoek bij een goede vriend, hij haalt een fles Chateau Tour des Gendres. Les Anciens Francs 2018 uit de kelder. Cabernet franc uit Bergerac, die hij afgelopen zomer op het domein heeft gekocht – een aanrader van de Guide Hachette des vins de France. Deze AOC Côtes de Bergerac is gemaakt van oude stokken in een kalk-leembodem.

Bij een eerste slokje, meteen na openen, is de wijn gesloten, maar we ruiken potentieel: rijp rood fruit en lichte aardse tonen, in de mond is de wijn nog wat stug. De vriend is gelukkig wijs en giet de wijn over in een karaf.

Na een uur wachten nemen we nog een slok. Hé, wat raar, in de neus ruikt de wijn nu plots aards, naar bosgrond bezaaid met dode bladeren, het fruit zit wat meer op de achtergrond, we ruiken iets rokerigs. In de mond is de wijn al wat soepeler, maar nog niet volledig open. Maar wij hebben tijd…

Spijt van dat wachten hebben we niet. Nog een uur later doet de neus aan garrigue denken: een met grassen, struiken en kreupelhout begroeide, droge vlakte. Ook ruiken we nu wat cassis. In de mond is de wijn zacht, maar met een knisperend zuurtje en een lange finale.

We filosoferen nog wat over de wijn en het leven en op het einde van de avond zit er geen druppel meer in de karaf. Wat een voorrecht om deze fles met hem te mogen delen. Minder speels en fruitig dan de gemiddelde cabernet franc uit de Loire, maar wat krachtiger, complexer en intellectueler. Deze wijn heeft nog veel bewaarpotentieel maar met een paar uren in de karaf is hij nu al geweldig.